
Huwelijksmedaille Wilhelmina en Hendrik
“Ik nodig U eerbiedig uit van Uwe zetels op te staan en elkander de rechterhand te geven en vraag u Heinrich Wladimir Albrecht Ernst, Hertog van Mecklenburg, en u Wilhelmina Helena Pauline Maria, bij de gratie Gods koningin der Nederlanden, prinses van Oranje-Nassau, of gij verklaart, dat gij elkander aanneemt tot echtgenoten en dat gij getrouwelijk alle plichten zult vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn. Wat is daarop uw antwoord?…”
Op 7 februari 1901 vond het huwelijk plaats tussen koningin Wilhelmina en prins Hendrik. De plechtigheid werd voltrokken door de Minister van Justitie Mr. P.W.A. Cort van der Linden, die voor deze gelegenheid als ambtenaar van de burgerlijke stand optrad. Zoals gebruikelijk bij dit soort plechtigheden gingen er maanden aan voorbereiding vooraf waarbij alles tot in de kleinste details werd besproken. Zo ook in de Tweede Kamer waar het wetsontwerp tot goedkeuring van het huwelijk wordt besproken. Details als “waarom de gewone ambtenaar van de burgerlijke stand moet vervangen worden door de Minister van Justitie” of “gaat het bij een huwelijke om goedkeuring van de Kamer, of juist om toestemming” worden een voor een bediscussieerd.
Ter gelegenheid van het huwelijk is een draagmedaille ingesteld, in zilver voor de buitenlandse gasten en aan de leden van de hofhuishouding. In brons werd de medaille aan het lagere hofpersoneel gegeven. Respectievelijk werden 220 bronzen en 217 zilveren medailles verleend. De zilveren medailles waren bedoeld voor de buitenlandse gasten en het hofhouding. De bronzen medailles werden toegekend aan het lagere hofpersoneel.
Bronnen: Nederlandse staatscourant van 6 februari 1901. De Telegraaf van 4 januari 1901.