Geestelijke ridderorden

Geestelijke ridderorden

Bijna twee eeuwen lang van 1099 tot 1291 regeerden kruisvaarders over grote delen van het Heilige Land. Geestelijke ridderorden als de Orde van het Hospitaal van Sint Jan te Jeruzalem, de Orde der Tempeliers en de Duitsche Orde speelden een belangrijke rol in de kruisvaardersstaten. Zij verpleegden zieken en gewonden, boden bescherming aan pelgrims en streden tegen de moslims.

De Maltezer Orde

In 1099 namen kruisridders Jeruzalem in. Daar was een aan Johannes de Doper gewijd hospitaal dat pelgrims, zieken en gewonden verzorgde. Na de inname van de stad sloten de broeders zich aaneen tot de Orde van het Hospitaal van Sint Jan, die door de paus werd erkend. In de eerste helft van de 12de eeuw verbonden zich ook ridders aan de orde. Zij legden zich toe op de bescherming van de pelgrims.

Na de val van Akko in 1291 week de orde uit, eerst naar Cyprus, vervolgens naar Rhodos en vanaf 1522 naar Malta. Eeuwenlang was de vloot van de orde de belangrijkste christelijke strijdmacht in het Middellandse Zeegebied. In de loop van haar bestaan verwierf de orde door schenking grondbezit in heel Europa. In 1798 verdreef Napoleon Bonaparte de ridders van het eiland. Sinds 1834 bevindt de hoofdzetel zich in Rome.

Tegenwoordig legt de orde zich toe op liefdadigheid. De orde is soeverein en onderhoudt diplomatieke betrekkingen met tal van staten en organisaties als de VN, de EU en de Raad van Europa. Sinds 1911 bestaat er ook een Nederlandse afdeling van de orde, die openstaat voor leden van de katholieke adel.

De Johanniter Orde

De ridders van de Orde van het Hospitaal van Sint Jan te Jeruzalem verwierven grondbezit in heel Europa. Zij organiseerden zich in provincies of ‘tongen’, die op hun beurt waren onderverdeeld in groot-prioraten, balijen en commanderijen. Tijdens de Reformatie bekeerde een van de balijen van de Duitse tong, de balije Brandenburg, zich tot het protestantse geloof. Sindsdien kent de Orde van het Hospitaal van Sint Jan katholieke en protestantse ridders. De eersten noemt men Maltezer ridders, de laatsten Johanniter ridders.

In 1909 werd door prins Hendrik binnen de balije Brandenburg de Commenderij Nederland opgericht, die uitsluitend openstond voor Nederlanders, behorend tot de protestantse adel. Na de Tweede Wereldoorlog werd de Commenderij Nederland een zelfstandige orde onder de naam Johanniter Orde in Nederland. Een vierde tak van de Johanniter Orde ontstond in Groot-Brittannië, waar de in 1558 opgeheven Engelse tong in 1831 hersteld als Meest Eerbiedwaardige Orde van het Hospitaal van Sint Jan te Jeruzalem. Sinds 1961 werken de vier afzonderlijke Johanniter Orden nauw met elkaar samen.

Met uitzondering van de Engelse tak, waar een uitgebreid stelsel van draagtekens en onderscheidingen bestaat, kent de Johanniter Orde uitsluitend ereridders, rechtsridders en ridders-expectanten.

De Ridderlijke Duitsche Orde

In 1189 stichtten Duitse kooplieden een aan Maria gewijd hospitaal voor de opvang van gewonden. Twee jaar later erkende de paus de aan het hospitaal verbonden broederschap als geestelijke orde. Net als andere geestelijke ridderorden verwierf de Ridderlijke Duitsche Orde in heel Europa bezittingen.

Vanaf de 13de eeuw verbreidde de orde het christendom in het Baltische gebied. De door de orde veroverde gebieden kwamen onder haar bestuur. Aan het einde van de 13de eeuw verplaatste de orde haar hoofdkwartier hierheen. Rond 1400 omvatte de staat van de Duitsche Orde de tegenwoordige Baltische staten en grote delen van Polen en Wit-Rusland. In de loop van de 15de eeuw raakte de staat van de Duitsche Orde steeds meer onder invloed van de Poolse koningen. De Reformatie versnelde het verval.

Tegenwoordig bestaat de orde uitsluitend in Oostenrijk als een katholieke priesterorde, in België, waar de katholieke balije Alden Biesen is gevestigd en in Nederland, waar in 1231 de balije Utrecht ontstond. Sinds 1345 is de Duitsche Orde gevestigd aan de Springweg. Van hieruit werden de 15 commanderijen bestuurd. In de loop van de 17de eeuw bekeerde de balije Utrecht zich tot het protestantisme.

De Ridderlijke Orde van het Heilig Graf

Met de val van Akko in 1291 verloor de Ridderorde van het Heilige Graf van Jeruzalem, die zich inzette voor de bescherming van heilige plaatsen en van pelgrims in het Heilige Land, zijn reden van bestaan. In 1847 herstelde paus Pius IX de orde. Deze heeft zijn hoofdzetel thans te Rome en verenigt wereldwijd katholieken die zich inzetten voor de Kerk en haar heiligdommen in het Heilige Land.

Op initiatief van de pauselijke nuntius in Den Haag, mgr Giobbe werd op 28 juli 1953 tot de oprichting van een Commanderij Nederland besloten. Oud-minister mr dr L.N. Deckers leidde de Commanderije als eerste landscommandeur, terwijl Mgr D. Huurdeman werd benoemd tot grootprior. Bij decreet van januari 1954 werd de Commanderije formeel ingesteld, waarna op 24 april 1955 te Utrecht een constituerende vergadering plaats vond. De Orde houdt zich bezig met charitatief werk ten bate van christenen in Israël, Palestina en delen van Jordanië.